Mijn Moedertaal
Zij wekte klanken in mijn mond,
nog broos en speels en onbegrepen.
Zij wiegde woorden, warm en zacht
en leerde mij in zinnen spreken.
Zij danst in letters op papier,
zingt in verhalen, fluistert dromen.
In elke zin een stukje thuis,
een plek waar woorden mogen stromen.
Zij troost mij als de wereld zwijgt,
verbindt mij met wie vóór mij waren.
Hun stemmen leven voort in mij,
Verweven in haar klank en namen.
Hoe ver ik reis, hoe ver ik dwaal
Ze vormt mijn denken, mijn bestaan
In elke zin klinkt haar verhaal
ik adem in mijn moedertaal
©️ Nel Goudriaan
10-03-2025
Vreemdeling
De taal van dit land is in nevels gevangen,
roest op borden langs de paden,
staat in graffiti op muren geschreven,
de tekens zijn de weg kwijt.
In de ochtend sta ik voor de spiegel,
proef klanken die niet de mijne zijn,
ze smaken als stugge korrels grind,
Ik spoel mijn mond, de rivier voert ruwe steentjes mee.
In de middag spreek ik met mijn handen,
bestel falafel, haar geur en smaak zijn niet van thuis.
Mijn stemband schuurt langs klinkers,
over medeklinkers struikelt mijn tong.
In de avond stapel ik bij het raam,
woorden als losse bakstenen, zonder cement.
Soms vallen er stenen uiteen tot gruis,
verdwijnen woorden die niemand meer kent.
In de nacht fluister ik lieflijke woorden van thuis,
Ik zie ze voor me als edelstenen,
herken ze aan hun vorm, hun kleur en hun gewicht,
maar de klanken vervliegen, verdwijnen uit zicht.
©️ Nel Goudriaan
17-03-2025
Ik ken een land waar woorden willen wonen
waar letters dansen op het ritme van de taal
waar klanken samensmelten tot akkoorden
Waar zinnen zich ontvouwen tot verhaal
Ik ken een land waar mensen willen wonen
waar muren vallen één voor één
waar woorden van dictators
stukslaan
op een rots van harde steen
Ik ken een land waar dichters willen wonen
waar melodieën zingen in de wind
als vogels over zeeën, over grenzen
zo onbevangen als een kind
©️ Nel Goudriaan
maart 2025
Ontwaken
hoe de oude beuk ontwaakt uit zijn winterslaap,
het ochtendlicht zacht door prille bladeren glanst,
hoe zonnestralen in bundels vallen,
zonneharpen die de bosgrond strelen.
hoe dauwdruppels schitteren als diamanten,
merels schuilen in de takken, hun lied laten horen,
hoe bladeren ritselend vertellen
van zomers vol zon en winters van stilte.
hoe ik schuil tegen zijn stam,
mijn voeten rustend op wortels gehuld in mos,
hoe de geur van aarde mijn adem vult,
hoe ik luister, voel en weet
dat de lente terugkeert,
zelfs na een winter
die eindeloos leek
©️Nel Goudriaan
11-03-2025
Avondlicht
Twee oude eiken in de avondzon,
geworteld in dezelfde grond,
hun stammen hellen naar elkaar,
hun kruinen vangen het laatste licht.
De takken tasten naar de lucht,
geraamten van een ongeschreven taal.
Het blad beweegt, een trage adem,
een fluistering die nooit verstomt.
Twee wachters aan de rand van de nacht,
stil en standvastig in het duister.
Hun silhouetten lossen op in zwart,
tot het ochtendlicht ze weer hervindt.
©️Nel Goudriaan
19-03-2025
Door de bomen het bos
Hoge stammen, recht en stug,
knoestige zwijgers, huid van schors.
Ze ademen traag, luisteren langer,
Ze dragen de geheimen van het bos
Wortels verstrengelen onder de grond
omklemmen wat ooit viel en bleef.
hemelwater sijpelt in de aarde
fluistert van nieuw leven na de dood
Ergens daartussen nestelt het bos.
Niet in de kruinen, waar de wind de bladeren wist,
maar onder de uitnodigende voeten,
waar grond zich opent zonder prijs te geven.
©️Nel Goudriaan
tekst en foto
16-03-2025