Er was er eens een oude vrouw.
Ze woonde in Berlijn
met zeven katten en een hond,
een haas en een konijn.
Ooit had ze nog een trouwe man,
die haar veel liefde bood,
Helaas dronk hij een glas te veel.
Hij is al jaren dood.
Ze was een rasverzamelaar;
haar huis stond barstensvol
met onderzetters van elk soort
want niets was haar te dol.
Ze bouwde er paleizen van
Dan was ze uren zoet.
De katten liepen om haar heen,
Wat was het leven goed.
Maar op een kwade dag in mei
was het met haar gedaan
Één onderzetter was te glad
Dat kwam haar duur te staan.
…
En op haar graf staat levensgroot:
‘Een onderzetter werd haar dood.
@ Nel Goudriaan december 2014