De personages
GertJan, de hoofdpersoon, is de enige zoon van Hendrik en Johanna Blokmans. Hij groeit op in een zeer besloten milieu.
Eva, de vrouw met wie hij op jonge leeftijd trouwde. Zij komt uit hetzelfde milieu als GertJan. Vanaf jonge leeftijd waren ze met elkaar bevriend
Peter, een klasgenoot op de middelbare school. Tijdens een schoolkamp slaat tussen hen de vonk over.
De oma van GertJan: zij speelt een belangrijke verbindende rol in deze roman. Een milde vrouw bij wie iedereen terecht kan.
Naast deze hoofdpersonages zijn er een aantal bijpersonages die een rol spelen in dit verhaal. Ik noem de belangrijkste:
Dominee Brummelkamp, de predikant van de kerkelijke gemeente waarvan GertJan en zijn ouders en Eva lid zijn. Hij draagt een geheim met zich mee dat pas aan het einde duidelijk wordt
Ouderlingen. Ik noem van hen alleen Gerben Bartels, omdat hij een ontwikkeling doormaakt.
De familie van Peter, zijn ouders en twee broers Paul en Edward
Buurman Wiebe, de bovenbuurman van Peter. Hij zorgt af en toe voor een luchtige noot.
Een kort fragment:
"Gerben Bartels vertrekt geen spier. ‘Hoe diep ben je gezonken, GertJan, vergeet nooit dat je een zoon bent van Hendrik en Johanna Blokmans. Zij hebben het je anders geleerd en voorgeleefd. Ik zal je voor het aangezicht van de Heere brengen. Dagelijks.’ Zijn toon wordt zachter en klinkt bijna teder. Hij gaat de bakkerswinkel weer in en laat GertJan in verwarring achter."