· 

Poëzie Café Venstra in samenwerking met Amstelland Bibliotheek

Thema van de avond: 'En toch is alles wat we doen natuur' Leo Vroman

 

Allereerst las ik het gedicht:  'Aarde, wees niet streng' uit de bundel Slordig met geluk van Menno Wigman, Prometheus Amsterdam 2018 p.12

Hieronder de link naar de begrafenis (Stichting De Eenzame Uitvaart) .waarbij Menno Wigman het gedicht voordroeg op maandag 23 april 2012:

Eenzame Uitvaart #144 

 

Vervolgens een ander gedicht van Menno Wigman:

 

Nachtrust

 

Avond. Twee tuinen verder woedt het voorjaar

en sluipen kapers door het donker.

Ergens vechten nagels om een vacht. Gekrijs

om kruimels liefde. Stukgebeten oren.

De krolse oorlog van een voorjaarsnacht.

 

Bijna vergeten hoe ik met dezelfde woede

door het donker joeg, hoe jij nog valser

dan een kat je nagels in drie harten sloeg.

Wat is het lang geleden en wat blijf je mooi.

 

Ik heb de dagen één voor één geteld

en met de beste woorden die ik heb:

Ik hou van je. In jou vind ik een bed

 

En het is lente en we delen hier

dezelfde nacht met alles wat dat zegt.

 

 Uit de bundel: Zwart als kaviaar, Bert Bakker, Amsterdam 2001

 

Daarna een paar gedichten van mezelf:

 

Het eerste gedicht schreef ik maandag 27 maart naar aanleiding van Radio-uitzending van de zondag ervoor. Tijdens  Vroege Vogels werd er gezegd:

'Als  de eerste boerenzwaluw komt, kunnen de koeien naar buiten."

  

Lente

 

De boerenzwaluw 

keert terug na lange reis

zingt aarzelend 

zijn eerste lentelied

een meerkoet zwemt

rondom haar nest

een grutto 

zet de toon

de kiviet

roept haar eigen naam

 

Slaperige koeien 

verlost uit donkere 

bedompte winterstallen

begroeten 

eerst verdwaasd 

en dan uitbundig 

groene weiden 

dansen

de koeiendans

 

Ik denk

aan weilanden van vroeger 

aan kalfjes warm

sabbelend aan mijn hand 

aan emmers vol

rode bessen 

met de hand geplukt 

door jou en mij 

elk voorjaar weer

roep ik jouw naam

 

@Nel Goudriaan 26 maart 2018

 

Ode aan het Jac.P.Thijssepark

 

Paradijs

 

Kronkelige paden met bloeiende bermen 

Ragfijn fluitenkruid opent zijn schermen 

Koolwitjes fladderen boven paarse rapunzel 

Merels zingen, een verre koekoek roept

boven de heuvel gekroond met zwarte toorts

Zonnestralen strelen mijn schrale huid

Ik word begroet door knikkend nagelkruid

koningsvarens, hemelsleutel, ereprijs

en waan mij even in het paradijs. 

 

@ Nel Goudriaan 22 juni 2017